Al veertig jaar vertrekken om zes uur 's avonds aan het Steen in Antwerpen de deelnemers aan de jaarlijkse Kersttocht. Voorzien van stallantaarns wachten zij elkaar in een kring op, zeggen enkel hun voornaam en hun woonplaats en vertrekken dan in stilte, eerst door de stad, vervolgens doorheen de velden vijfentwintig kilometer ver naar Viersel.
In het stadsgedeelte wordt er op enkele plaatsen - de kathedraal, het Groenplein, het Centraal Station - een minuut halt gehouden om te... ja om wat te doen? Te bidden, te bezinnen, hoe dan ook tot kerstinkeer te komen?
Deze onduidelijkheid heeft ons eens ernstige parten gespeeld. Het was de tijd van de beruchte C.C.C. (Cellules Communistes Combattantes) die al verscheidene aanslagen hadden gepleegd. Dus dachten we er goed aan te doen de politie op de hoogte te stellen van onze stiltetocht. Zoals we als groene fietsers gewoon waren hadden we alleen de plaatselijke wijkagenten op de hoogte gesteld van de verschillende stilteplaatsen met opgave van het voorziene uur. "En wat gaan jullie daar dan doen?" vroeg de politieman. "Bidden" hadden we voor alle onduidelijkheid geantwoord.
Aan het Centraal Station gekomen merkten we tot onze verbazing dat het, tot de internationale treinen toe, helemaal ontruimd was. Alom stonden politiemannen in gevechtskledij. Toen aan een officier gevraagd werd wat er gaande was kregen wij als antwoord: "bomalarm" Om 18u55 zou er hier iets gebeuren, zo was gemeld.
Toen we dat uur hoorden beseften we dat wij de oorzaak waren. 18u55 hadden we opgegeven als het waarschijnlijke uur waarop we in het Centraal Station onze stilteminuut zouden houden. Wat was er gebeurd? Onze plaatselijke agent had onze melding naar zijn oversten doorgeseind en naargelang zij hogerop kwam werd hoe langer hoe onduidelijker wat er op de opgegeven uren precies gebeuren ging. Op het hoofdkwartier in Brussel werd dan ook onze onschuldige stilteminuut als een mogelijke bommelding beschouwd en werden de nodige maatregelen genomen. Vandaar deze ontruiming. Hoe een stiltemoment van dertig man een hele stad overhoop kan halen. Op Kerstavond dan nog wel.
Na onszelf en ons opzet nader bekend gemaakt te hebben werd het bomalarm opgeheven en mochten de verbaasde buitenlanders hun al even verbaasde trein weer in. Zij hadden zich hun Kerstavond allicht ook wel anders voorgesteld.
Doorgaans verloopt de Kersttocht telkenjare veel rustiger en ongestoorder. Eens buiten de stad voelden we ons als bedevaarders heel anders omgeven dan door de feestdrukte van de stad. De op de weiden stilstaande dieren deelden duidelijk in onze ingetogenheid.
Na twintig kilometer wordt aangekomen onder de brug van Oelegem, met haar tweehonderd meter overspanning de grootste openluchtkapel van West-Europa. Ooit hadden we met de Groene Fietsers, samen met Red de Voorkempen, het duwvaartkanaal kunnen tegenhouden dat gepland was om eronder door te lopen. Sindsdien maakten we van de brug een vredelievender gebruik.
Thuisgebleven bewoners van de brouwerij komen de bedevaarders tegemoet en leggen onder de brug een groot verwelkomend vuur aan. Aan het meegebrachte kleine tafeltje van het bakhuis wordt voor de vuurbegloeide kring er omheen het kerstverhaal voorgelezen, zin voor zin bijgelicht door een stallantaarn. Volgt daarop het Verhaal van Brood & Wijn. Daarna wordt naar de vier windstreken de Vredeswens gezongen en wensen wij elkaar, mekaar omhelzend, een zalige Kerstmis toe.
(fragment uit Ontstaansgeschiedenis)