Het Verhaal van de Spitsboog
ik woon nog altijd op de school
waar ik ooit zelf leerling
& daarna leraar geweest ben
soms kijk ik ’s morgens door het raam
& dan vraag ik mij af:
wat komt er op zo’n school elke morgen
niet aan verdriet binnen
aan vreugdes
aan vragen
aan verlangens?
ik zei dat aan mijn leerlingen
& die beaamden dat volmondig
maar zeiden:
wat wil je er aan doen?
ik zei:
ik wil er iets aan doen
zoek een metode
waardoor je met al je vragen
vreugdes verdriet & verlangens
naar school kunt komen
& ze uiten
zonder ze aan mijn neus te hangen
die vondst deden ze bijna de dag zelf:
op een goeie morgen
stond er in mijn klas
een oude tijpmachine
met daarnaast een houten bakje
& in dat bakje twee kleuren kaartjes:
rode & witte
ik vroeg toch wel even uitleg
die gaven ze mij even fier als volgaarne:
die rode kaartjes dienen
om onze vragen naamloos op te tikken
wie de vraag leest
& ze zich ook stelt
zet er een puntje op
wie het antwoord kent
neemt een wit kaartje
& tikt er zijn antwoord op
ik vond dat een uitstekend idee
ze mochten meteen beginnen
ik herinner mij nog
de allereerste vraag
uit dien vragenklapper:
waarom leven wij eigenlijk?
prompt kwam daarop het antwoord:
omdat wij moesten van thuis
maar hét onderwerp waar ze het meeste
mee bezig waren
was de moment
na een paar weken
wisten ze alles over de jongensmoment
& hoe die te beleven & te delen
maar toen vroegen ze
hoe zit dat met het meisjesmoment?
niet dat ik daar moest op antwoorden
want dat was tegen het sisteem
maar of ik geen klas kon vinden
in de omgeving
met alleen meisjes
(het was nog den tijd
van het ongemengd onderwijs)
ik op zoek
& al bijna meteen had ik
die meisjesklas gevonden:
de derdejaars
van het lyceum
ook daar werd een schrijfmachine opgesteld
& kaartjes gelegd
blauwe natuurlijk
& ook daar ging het sisteem van start
na enige tijd
wisten die meisjes alles
over de meisjesmoment
& hoe die te beleven & te delen
maar vroegen zij zich op hun beurt af:
hoe beleeft een jongen zijn moment?
er zat dus niets anders op
dan dat elke laatste vrijdag van de maand
de jongens met hun rode kaartjes
naar het lyceum glunderden
& de meisjes met hun blauwe kaartjes
naar het college kwamen gegiecheld
uit deze schriftelijke konversatie
tussen veertienjarigen
over het wonder van leven & dood
ontstond het latere paradijsboek
op een dag kreeg ik een uitnodiging
van de ktro
zijnde de katolieke radio & televisie
om mijn stelling eens
voor het scherm te komen bewijzen
dus met de twee klassen de bus in
& naar brussel
ik werd voorgesteld als
hier is iemand
& die beweert dat je jonge mensen
niet meer vertikaal hoeft voor te lichten
je hebt ze alleen maar horizontaal
elkaar te laten inwijden
& ik geef hem meteen het woord
ik stapte gekrijt naar het bord
zette er twee sterretjes op
& vroeg:
wat is het verschil
tussen de moment van een jongen
& die van een meisje?
de zestig jongeren
keken mij aanminnig aan
maar gaven geen kik
ze waren op televisie
& dat was hun blijkbaar
vooralsnog genoeg
stond ik daar voor aap
met mijn teorie
jullie weten toch
wat de moment is?
ja knikten zij
maar bleven even aanminnig zwijgen
ik was de wanhoop nabij
de camera’s draaiden maar
over het miljoen kijkers
want het programma was aangekondigd
in jewel het parochieblad
sloeg ik me daar een figuur
ik moést er iets op vinden
toen kwam ik op het idee om ze te vragen:
wie krijgt de moment het eerst?
oef eindelijk een vinger
van een jongen dan nog wel
een die geen zuster had
een die er nog nooit
over had nagedacht:
bij een meisje
allicht dacht hij terug
aan zijn plechtige kommunie
waar hij als kikkertje
de kerk inschreed
tussen wolken van vrouwen
bij wie komt de moment geregeld terug?
weer een vinger van een jongen
een die geen zuster had
die er nog nooit
over had gedacht:
bij een meisje
allicht had hij iets opgevangen
van het woordje maan(d)stonden
nu kwam het gesprek
pas goed op gang
& deed nagenoeg iedereen mee
bij wie is de moment
eerder vervelend?
bij ons zuchtten de meisjes
en bij de jongens?
wie van beiden
voorvoelt al vanaf de moment
de moeilijke langdurige kant
van het latere ouderschap?
wij zuchtten de meisjes
& wie de gemakkelijke
kortstondige kant ervan?
wij fierden de jongens
wie van beiden
is eerder gericht op gewaarwordingen
wij zeiden de jongens
waarom?
omdat onze moment
eerdern iet vervelend is
en wie eerder op gevoelens?
wij zeiden de meisjes
waarom?
omdat omze moment
eerder vervelend is
blijft dat zo
of komt er een tweede moment?
er komt een tweede moment
wie maakt een jongen
gevoelig voor gevoelens?
wij fierden de meisjes
& wie maakt een meisje
gevoelig voor gewaarwordingen?
wij glunderden de jongens
& als ze allebei
even gevoelig zijn geworden
voor gevoelens
als voor gewaarwordingen
wat gebeurt er dan?
dan kunnen ze trouwen
de uitzending was
behoorlijk gelukt
maar ze kreeg achteraf
heel wat kritiek in de media
er werd
een oudervergadering bijeengeroepen
waarop zelfs de gestelde lichamen
verontrust als zij waren
de eerste plaatsen innamen
de leerlingen van beide scholen
hingen tegen de klimrekken
mij bemoedigend aan te kijken
ze zouden mij wel steunen dacht ik
maar tot mijn grote verbazing
kwam de ergste kritiek van hén
ze vonden mijn les
veel te netjes
ten eerste opperden zij
u doet alsof een meisje
alleen vervelende gewaarwordingen heeft
wij hebben ook blije gewaarwordingen
& hebben die echt niet
van de jongens moeten leren
ten tweede:
u doet alsof elk meisje
bij haar tweede moment
meteen naar een jongen gericht is
maar er zijn toch ook meisjes
die in plaats van naar een jongen
eerder naar een meisje
gericht zijn?
& u doet alsof elke jongen
bij zijn tweede moment
meteen naar een meisje gericht is
maar er zijn toch ook jongens
die in plaats van naar een meisje
eerder naar
een andere jongen gericht zijn?
is dat normaal?
ik dacht:
als ik nu antwoord
nee dat is niet normaal
dat is een afwijking
dan ben je ‘ne verkeerde’
& die jongen dat meisje
ontdekken later
dat zij inderdaad
gelijklievend zijn
(ik hou niet van het woord
homo & lesbisch)
dan gaan die zeggen:
toen ik veertien was
heeft mijn leraar mij
als een verkeerde veroordeeld
ik kon ook moeilijk zeggen:
och het is al gelijk
naar welke kant je gekeerd bent
wat moest ik dus antwoorden?
Ik bekeek de tekeningen aandachtig
& zei toen:
dat zàl wel zeker:
iedere katedraal
ziet er zo uit
dit antwoord is dertig jaar oud
ik heb sindsdien
nog altijd geen beter antwoord
gevonden
de dubbele fout
die vaak wordt gemaakt
is het optrekken van muren
tussen zij- en middenbeuk
dat doen enerzijds diegenen
die de gelijklievenden
veroordelen als abnormaal
& zeggen:
je mag zo wel geaard zijn
maar je mag die geaardheid
niet beleven
(je mag wel grote vaak hebben
maar niet in slaap vallen)
maar anderzijds ook diegenen
die zich als gelijklievenden
terugtrekken in besloten middens
& enkel nog met elkaar omgaan
een laatste kritiek kwam hierop neer:
het huwelijk wordt als
een eindpunt getekend
terwijl het toch eigenlijk
een beginpunt is?
eigenlijk is dat waar:
wanneer gehuwden hun huwelijk
als een eindpunt beschouwen
groeien ze maar al te vaak
weer uit elkaar
vele getrouwde vrouwen
zeker wanneer ze wat kinderen hebben:
keren na enige tijd terug
naar hun meisjestijd
hebben weer genoeg aan hun gevoelens
& krijgens soms zelfs een weerzin
zoniet een walg
van de gewaarwordingen
die hun man van hen verwacht
in de godsdienstles
legt de meester
met hand en tand uit
dat god een onzichtbare
zuivere geest is
niks van aan
zegt een jongetje van tien
nee? hoe weet je dat?
god komt bij ons thuis
komt god bij jou thuis?
ja
heb je hem al eens gezien?
nee
maar wel gehoord
ja? hoedat?
hoe dikwijls hoor ik
ons moeder niet zeggen:
god zijde daar weer?
ook veel mannen
keren na enige tijd getrouwd zijn
weer naar hun jongenstijd terug
hebben weer genoeg:
of liever:
kunnen weer niet genoeg krijgen
van hun loutere gewaarwordingen
gelijk hoe & gelijk met wie
waarom is porno & prostitutie anders
zo’n bijna louter-mannelijk
verschijnsel?
vandaar dat gehuwden
er zo goed aan doen
om de zeven jaar weer dieper met elkaar
te trouwen
of zou de dood
er zelfs nog niet het einde van zijn?